Hij vond het leuk, dat blogje van mij over Nieuwsuur New York. En daarom zit ik met de correspondent aan de koffie, in Williamsburg, een trendy, hippe wijk in Brooklyn, New York. “Waar moet ik nou op letten, Tom, in de stad?” Hij denkt na. “Probeer het straatbeeld ‘ns te zien. Niet kijken dus, zien. Iedereen loopt hier: blanken, African-Americans, latino’s, Aziaten. Allemaal door elkaar. Maar mengen doet het niet.”
En ik denk er inderdaad iets van te zien. In de metro naar Central Park valt me iets op. Twee blanke kindertjes, ik schat ze 3 en 6, met toch al een enigszins arrogante uitstraling, zitten naast een African-American vrouw die duidelijk bij hen hoort. Zonder veel plezier overigens, zo te zien. Hoe zit dit? Even verderop hetzelfde. Een vrouw geeft een baby de fles. Maar het is niet haar moeder: het kind is te netjes aangekleed. Die vrouw niet. Hoe zit dit? Dan dringt het tot me door: het zijn de particuliere nanny’s. Die door welgestelde New Yorkers worden ingehuurd om hun kinderen onder hun hoede te nemen en de dag goed door te loodsen. Omdat de ouders daar zelf, met hun drukke banen, geen tijd voor hebben. In Central Park zelf zie ik er later veel meer. In groepjes. De nanny’s zoeken elkaar op, dat is duidelijk.
Ongetwijfeld worden deze kinderen klaargestoomd voor de beste scholen en de beste banen. In de VS is de concurrentie ook op dat gebied moordend. Dat is zo’n fundamenteel kenmerk van de Amerikaanse samenleving.
Maar hoe zit het dan met de kinderen van niet zo welgestelde ouders, die ook drukke (en vaak twee) banen hebben, en die werkelijk nooit een nanny kunnen betalen?
“Tsja, daarvan zie ik er nogal wat”, vertelt ’s avonds een goede kennis onder het eten. Hij bestuurt een opleidingsinstelling. “Geen geld, geen begeleiding: in New York haakt 50% van de middelbare scholieren vòòr het examen af. Da’s groep 1. En van de helft die geen drop-out is, is de helft niet geschikt om te studeren. Da’s groep 2. Die komen allebei bij mij. Met een cursus of een gerichte beroepsopleiding proberen ze dan, alsnog, een certificaat of diploma te halen dat hen toegang geeft tot een baan”.
Ik overdenk het later en ben verbaasd. Even afgaand op deze cijfers: hoe functioneert een maatschappij die slechts 25% hoog opgeleiden heeft? Ja, het kan. Omdat die groep dan relatief gezien heel veel verdient. En zo – even sterk versimpeld – de resterende 75% aan het werk houdt. En dus onder andere nanny’s kan blijven inhuren. Die dan op een mooie dag weer naar buiten gaan. Om elkaar op te zoeken. Om lotsverbondenheid te delen. “Hoe zijn ‘jouw’ ouders?”
(O, en dat blogje over Nieuwsuur New York? https://edharmsblog.com/2012/10/01/friend/)