In dienst van de lezer.

Dus D66 en/of Kaag beïnvloedde de samenstelling van een VPRO-documentaire over de lijsttrekker. Sigrid Kaag: van Beiroet tot Binnenhof. Dat is in de eerste plaats te wijten aan die omroep zelf, die dat laat gebeuren. De zaak wordt nu onderzocht, in ieder geval door de NPO-ombudsman.

Ik weet niet of zij zelf dit tot haar opdracht rekent, maar het onderzoek verdient een veel bredere scope.

Waarom is dit gebeurd? Hoe heeft het kunnen gebeuren? Is het onderdeel van een systeem of van een cultuur? En waarom is die dan ontstaan? En wanneer? Waar? Bij wie? Hoe verhoudt de werkwijze zich tot de grens tussen gezonde achtergrondinformatie enerzijds en té verweven belangen anderzijds?

Van dat laatste heeft het momenteel wel alle schijn. Die VPRO-documentaire staat niet op zichzelf. Waarom is het een triomf als RTL dan wel NOS ‘als eerste de Miljoenennota in handen heeft’? Waarom liggen alle maatregelen van alle coronapersconferenties minimaal 24 uur tevoren op straat? Waarom lekt ‘Den Haag’ en waarom bericht de journalistiek daar onmiddellijk over? Journalist Theo Dersjant en ik hebben er eens over zitten nadenken: ‘wie is het lek?’ Vermoedelijk kom je daar pas achter als je onderdeel van die cultuur bent. Zie hier een schitterende catch-22.

Tijdens de onvolprezen Basiscursus Journalistiek aan de Fontys Hogeschool in Tilburg stuurde Dersjant ons op pad om een interview te maken over een onderwerp dat op dat moment, begin 2018, in de actualiteit was. Ik naar een landelijke organisatie in het oosten van het land, die op dat moment een openbaar CAO-conflict met de medewerkers had. Twee glasheldere afspraken vooraf. Eén: dit is een interview voor een cursus, dus het wordt nergens gepubliceerd (‘Ook omdat het allemaal nogal gevoelig ligt.’). Eens met die afspraak. Twee: je krijgt het uitgewerkte interview vooraf te lezen, staan er feitelijke onjuistheden in dan verneem ik die graag maar ik blijf, ook die incluis, eindverantwoordelijk voor de tekst. Staat er iets stoms in, dan bewijs ik in de eerste plaats de lezer een slechte dienst. Ook eens met die afspraak. (En moet het de volgende keer beter.)

Op de uitwerking van dat interview kwamen van de kant van die club nogal wat voorgestelde wijzigingen. Het zou een doodeenvoudig eenzijdig PR-verhaal zijn geworden. Ik heb voor alle zekerheid de (tevoren aangekondigde en toegestane) opname nog eens teruggeluisterd, maar zo was het echt niet gezegd. Dus heb ik gewoon de oorspronkelijke tekst ingeleverd. Voor alle eerlijkheid dat wel even netjes – met een beroep op de eindredactionele verantwoordelijkheid – meegedeeld.

Ik realiseer me: dit is één, op zichzelf staand, voorbeeld. Ook nog eens in de context van een cursus. Maar wat ik vooralsnog weiger te begrijpen is waarom ‘Den Haag’ niet ook zo te werk kan gaan. De politiek en de journalistiek hebben elkaar tóch nodig. Altijd. De een om haar boodschap over te brengen, de ander om te voorkomen dat die boodschap de zendtijd voor politieke partijen wordt. Dus waarom die intimiteit? Ik kijk uit naar het rapport van de NPO-ombudsman als ze objectief en aantoonbaar analyseert of die te grote belangenverwevenheid er is, en indien nodig laat zien hoe het tij ten goede te keren. In dienst van de lezer, kijker of luisteraar.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Geachte heer Van Rij,

Door middel van de mail die ik u eerder zond – waarvan de inhoud inmiddels gedateerd is n.a.v. recente publicaties – wil ik u melden mijn lidmaatschap van het CDA op te zeggen. Directe aanleiding is de volstrekt ongeloofwaardige mail die ik gisteravond van u en partijleider Hoekstra ontving. Ik citeer: ‘wij zijn teleurgesteld en geschrokken dat Pieter Omtzigt besloten heeft het CDA te verlaten.’

In die mail verdedigt u zich, u had de samenwerking met hem ‘graag voortgezet’ maar rept met geen woord over waarom u dat zo spijt.

De oorzaak van mijn opzegging is breder. Vanaf het moment van de aankondiging van de (ook nog slecht uitgevoerde) lijsttrekkersverkiezing is het partijbestuur niet in staat, of bereid geweest de morele normen en waarden waarvoor het CDA zegt te staan, te handhaven. Ik parafraseer en vat de berichtgeving van Tom-Jan Meeus samen: ‘de gevechten in het CDA waren bloedig, hard, meedogenloos en op de man gericht.’ Ook op Hugo de Jonge: https://bit.ly/3gpTl0I.

Als er íets is, van waaruit het CDA zou moeten denken, handelen en nalaten, ook vanuit Bijbelse normen en waarden, dan is dat integriteit. Als dat er niet is, ontbreekt elke basis voor elk samenwerkingsverband. Ook dat van een politieke partij. Als dat er niet is dan voel ik mij geenszins meer bij het CDA thuis. Het is na maanden van elkaar bevestigende berichtgevibg aangetoond. Lees ook dit artikel van Tom-Jan Meeus, https://bit.ly/2Sqg974, dat laat zien dat het er alle schijn van heeft dat De Jonge een sta-in-de-weg was bij het werven van fondsen. Die kon, of wilde daaraan niet meedoen. In tegenstelling tot Hoekstra. Een reden voor het bestuur om De Jonge – niettegenstaande diens verkiezing door de leden (!) tot lijsttrekker – opzij te zetten. Lees ook Follow the Money: https://bit.ly/3gTaakK.

Het CDA is een partij waarbij enkelen de macht hebben, een partij van roddel en achterklap (lees “De Val van Balkenende”, Wilco Boom, 2010), en kliekjes die elkaar steunen of afvallen – opportunistisch, afhankelijk van de situatie.

Blijkbaar is het CDA ook geen lerende organisatie. Ten tijde van de affaire Lubbers-Brinkman verzuchtte mevrouw Brinkman het volgende: ‘Je kunt één ding met zekerheid stellen: met de beste wil van de wereld kun je het predicaat “C” er niet opplakken.’ Lees ook “De Stranding”, Marcel Metze, 1995. Het is, helaas, heden ten dage nog steeds zo.

Een politieke partij bestaat bij de gratie van meningsverschillen. Dat mag, kan en moet. Het scherpt standpunten. Maar integriteit, fatsoen en respect voor iederéén in de partij moeten blijven bestaan. Ontbreken deze, dan kan geen enkele organisatie – politieke partijen niet uitgezonderd – blijven bestaan. Ik hoop dat u zich realiseert dat u de erfenis van prof. Steenkamp op het spel zet.

Ik verzoek u vriendelijk mij met ingang van vandaag uit te schrijven als lid van het CDA.

Met beste groet,

Ed Harms, Nieuwerkerk ad IJssel

 

 

 

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Open brief aan Prof. Van Dissel

Geachte prof. Van Dissel,


Op 9 april j.l. meldt het RIVM dat in 900 van de 2.500 verpleeghuizen (dat is 36%) Corona-besmettingen zijn vastgesteld. Op 15 april j.l. meldt NRC Handelsblad dat er 5.300 Corona-besmettingen in verpleeghuizen zijn geregistreerd, op ongeveer 125 duizend bewoners (De Volkskant, 16 april j.l.), dat is 4,2%. Een (grote) meerderheid – zowel van de verpleeghuizen als van de bewoners – is Coronavrij.


De beperkende maatregelen die voor verpleeghuizen worden genomen, zijn goed. Een grote groep zeer kwetsbare mensen wordt zo tegen het Coronavirus in bescherming genomen. Is ook maar één bewoner besmet, dan is ziekenhuisopname, laat staan IC-opname vaak niet meer zinvol. Een nog veel ernstiger aspect is de grote druk die dat op het verpleeghuispersoneel legt. Zij verrichten al een bijna bovenmenselijke prestatie, nu alle ondersteuning door activiteitenbegeleiders en vrijwilligers niet meer mogelijk is.


Tegelijkertijd is deze situatie voor veel bewoners, die vaak kampen met een vorm en een mate van geestelijke achteruitgang verwarrend. Hun dagelijkse patroon – dat juist in hun situatie zo belangrijk is – is er niet meer. Familie komt niet meer op bezoek. Mantelzorgers zijn er nu niet meer. Het maakt bewoners ongerust: “Er zal hem/haar/hen toch niets overkomen zijn?” “Ze zijn toch niet ziek?”


Naarmate dit langer duurt, komt een afweging in zicht. Het voorkomen van besmetting tegenover onrust, of verdere geestelijke achteruitgang. Of alleen al aanhoudende onrust, want zelfs als er contact is geweest – en met de familie of mantelzorgers is alles in orde – zijn bewoners dat vaak weer snel vergeten. Een proces als dementie legt zo een druk op de bewoners zelf, de familie, en op de verzorgenden die proberen steeds opnieuw gerust te stellen.


Hierboven meldde ik de cijfers. Ik realiseer me: het zijn kale, koele cijfers, en elk familielid dat aan de gevolgen van het Coronavirus overlijdt, is een tragedie. Zeker in plaatsen waar dat vaak gebeurt. Goed afscheid nemen kan vaak niet, wat dikwijls tot klachten bij nabestaanden leidt.


Niettemin: zelfs als de cijfers te laag zijn, dan lijkt mij dat de meerderheid van de verpleeghuizen, en dat de meerderheid van de bewoners niet besmet is.


Maandag 20 april zit u het Outbreak Management Team voor, om een advies aan uiteindelijk het kabinet uit te brengen. Ik veronderstel, dat ook “versoepelende maatregelen” voor verpleeghuizen aan de orde komen.


Mag ik de vrijheid nemen u een suggestie te doen?


Er zijn verpleeghuizen waarvan vastgesteld is, of kan worden, dat geen van de bewoners besmet is. Nu de testcapaciteit wordt uitgebreid, kan één familielid of mantelzorger getest worden op het Coronavirus. Is die uitslag negatief, dan kan dat worden vastgelegd op een document, dat aan het verpleeghuis overhandigd kan worden. Als aan die twee voorwaarden is voldaan (verpleeghuis negatief, familielid negatief) is bezoek mogelijk. Gedoseerd, niet allemaal direct, maar toch. En wellicht zijn er dan ook weer meer helpende handen.


Dit moet georganiseerd worden. Grondig. Maar ik vermoed dat de mentale gezondheid van verpleeghuisbewoners verbetert, of dat achteruitgang daarvan tot stilstand wordt gebracht.


Kwetsbare ouderen verdienen bescherming. Die bestaat er – paradoxaal genoeg – ook uit dat zij hun geliefden weer kunnen zien. Mantelzorg heeft een bijna letterlijke betekenis.

Hoogachtend,
Ed Harms

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

Journalistieke koopmannen en dominees.

https://www.villamedia.nl/artikel/journalistieke-kooplieden-endominees/32604352-2f515b49

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Eef Brouwers overleden

‘Eef Brouwers was altijd “een van ons”’, aldus Lars Andersson, voormalig hoofd Evenementen bij NOS Nieuws. ‘In de periode dat ik verantwoordelijk was voor de rechtstreekse NOS-uitzendingen van koninklijke gebeurtenissen vond ik hem vaak aan mijn zijde als ik bij [toenmalig koningin Beatrix] bepleitte wat minder angstvallig om te gaan met de aanwezigheid van camera’s. Dat was overigens geen garantie op verandering in haar houding of opvatting.’

8. Foto Eef Brouwers

Eef Brouwers (Zwolle, 1939, officier in de Orde van Oranje-Nassau, drager van het Erekruis in de Huisorde van Oranje) was, onder meer, journalist bij het Utrechts Nieuwsblad, hoofdredacteur van het Nieuwsblad van het Noorden, presentator van NOS Studio Sport en nieuwslezer van het NOS Journaal. In 1983 maakte hij de transfer naar de woordvoering, eerst bij Philips en later als hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst.

Maar kan dat, zo’n overstap? Een journalist heeft als doel “de best mogelijke versie van de waarheid op te diepen” (Carl Bernstein, 2016). Een voorlichter kan een tegengesteld belang hebben. En als die journalist is geweest, weet hij hoe hij dat, desgewenst, kan voorkomen. Omgekeerd weet een journalist voorheen voorlichter muizengaatjes om toch bij die waarheid te komen.

‘In het algemeen’, laat Tom-Jan Meeus, politiek columnist bij NRC Handelsblad, weten, ‘valt mij op dat de combinatie van ervaringen als journalisten en woordvoerder vaak goed uitpakt.’

Zo ook bij Brouwers. “Ik probeerde te blijven denken als journalist. Ik had al die jaren begrip voor de positie van de journalist: ik had tenslotte jaren aan die kant gestaan. Ik kende de druk en de omstandigheden waaronder journalisten hun werk moesten doen. En dat liet ik meespelen”, vertelde Brouwers aan Eddy Jansen in 2014 in “Frits”, de stadsglossy voor Eindhoven en Helmond.

“Bij Philips heeft Brouwers een reputatie van grote openheid en persvriendelijkheid opgebouwd”, schrijft Raymond van den Boogaard in NRC Handelsblad op 14 februari 2014. “Althans onder de Philips-presidenten Wisse Dekker en Cor van der Klugt. Toen in 1990 Jan Timmer aantrad, was het uit met de openheid.”

‘Dat laatste’, aldus Andersson, die bij de NOS jarenlang met Brouwers samenwerkte als collega-redacteur/verslaggever, ‘ging tegen zijn natuur in’. Ook Andersson roemt zijn openheid en eerlijkheid. ‘Eef heeft vele functies uitgeoefend, met zijn voeten in de modder tot en met witte boord achter een bureau en bij allemaal gold dat hij er letterlijk het beste van maakte.’

Dat was ook zo in zijn persoonlijk leven. ‘Eef heeft ooit de impact van nieuws wel heel persoonlijk meegemaakt. Op de redactie van het NOS Journaal las hij, het nieuws van het ANP op de telex controlerend, hoe familieleden bij een ongeluk om het leven waren gekomen’. In “Frits” daarover: “Als je zelf in zo’n situatie verkeert, dat dierbaren zijn overleden, is mijn ervaring dat mensen vaak niet weten hoe ze daarmee moeten omgaan. Ze ontwijken je vervolgens. Bij mij heeft het tegenovergestelde gevoel zich juist ontwikkeld.”

In zijn RVD-tijd moest Brouwers behoedzaam zijn. Andersson: ‘Eef verpakte zijn antwoorden toen wel altijd in wijdlopige beschouwingen waarbij je scherp moest opletten waar hij het nieuws verstopte.’ Brouwers zelf daarover: “Een antwoord als “ik kan het u niet zeggen”, neemt geen loopje met de waarheid. Ik vertel wat ik kan, maar daarna houdt het op.” Brouwers vereiste respect voor zijn positie en verwachtte oplettendheid van de journalist zelf. Daarbij vond hij het op z’n minst handig dat de journalist zelf achtergrondinformatie verzamelt. “Een goede verstaander komt daarmee vaak nog een heel eind.”

Zo liet Brouwers zien dat voorlichter en journalist geen tegenpolen zijn. Er zijn veel wegen naar “de best mogelijke versie van de waarheid”. Brouwers was het levende bewijs dat ogenschijnlijk conflicterende loyaliteit, naar zowel werkgevers als samenleving, in feite geen tegenstelling is.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Michael – “don’t hold me accountable” – Wolff

Hij háát Trump. Of heeft op z’n minst een hartgrondige hekel aan ‘m. Of, waarschijnlijker: Trump is een president waarover hij zo lekker kan schrijven. Michael Wolff, schrijver van het boek “Fire and Fury”. Het omschrijft beeldend hoe het er in het Witte Huis aan toegaat. Kern: een onvoorstelbare chaos, en stafleden die elkaar die tent uitvechten.

De schrijver heeft alleen een probleem. Hij kan lang niet alle verhalen en anekdotes verantwoorden, zo laat College Tour van maandag 26 februari j.l. zien. Het boek balanceert op de dunne scheidslijn tussen feiten en roddel. Heeft Trump een affaire met z’n ambassadeur bij de Verenigde Naties? Hij schrijft het niet op, maar suggereert het zo sterk, dat ‘het speculatiecircus ogenblikkelijk haar tenten opsloeg in de voortuin van Nikky Haley’, aldus ook Eelco Bosch van Rosenthal in de VARA-gids.

Het interview voor College Tour blijkt het derde interview te zijn dat Wolff aan de Nederlandse pers geeft. Eerder heeft hij De Volkskrant en NRC Handelsblad te woord gestaan. Ook die vragen naar hoe hard het boek is. Kloppen alle verhalen, wie zijn z’n bronnen en welk belang hebben die om dat boek vol te praten?

Hij is er niet van gediend. “Wolff dekt zich nu in door in de inleiding te schrijven dat “een losse band met de realiteit” een kenmerk is van dit Witte Huis en dus “een rode draad in het boek”, noteert Maartje Somers in de NRC.

En dan gaat Wolff nat. Dan haalt-ie de hoogste en enige standaard in de journalistiek niet, verwoord door Carl Bernstein, één van de Watergate-journalisten: ‘the goal for journalism is to get the best obtainable version of the truth’. (College Tour (!), 15 april 2016)

Op mijn stelling dat Trump altijd president wilde worden, maar het nooit wilde zijn, antwoordt Wolff: ‘[Trump wants] to be the most famous man in the world’. En voegt er aan toe dat hij dat bereikt heeft, al had hij dat liever gedaan en was gelukkiger geweest zonder de last van het presidentschap.

https://www.npo.nl/college-tour/26-02-2018/VPWON_1289383 of https://npo.nl/VPWON_1289383 op 15’00”.

Maar zegt dat antwoord ook niet iets over Wolff zelf? Als je over hem leest, is hij als society-journalist begonnen, schrijvend over beroemdheden. En is-ie dat eigenlijk niet altijd gebleven?

Want met die “best op te diepen versie van de waarheid” lijkt hij niet veel op te hebben.

Ik zit bij College Tour op de eerste rij en kan vanaf de allereerste minuut zien dat-ie er geen seconde zin in heeft. “Let’s leave it to that’, is de karige verduidelijking op z’n antwoord hoe hij als student scoorde in de categorieën sex, drugs and rock ’n roll: ‘just one of them’. Het is de eerste vraag die elke gast in College Tour krijgt.

En dan wéér dat verantwoorden, na clips van twee vooraanstaande Amerikaanse politieke journalisten. Hij heeft er genoeg van. Hij heeft er geen zin in. Waarom zou-ie ook? In het gepolariseerde Amerika, waar je hartstochtelijk voor óf hartstochtelijk tegen de president bent, kan hij z’n verhalen en z’n boek ($$$$) veel beter kwijt. Voor zijn eigen gehoor. Dat natuurlijk geen kritische vragen stelt. Omdat Wolff een celebrity is. Omdat ook díe de president haten.

Tijdens de opname komt een studente terug op de vermeende verhouding tussen Trump en zijn VN-ambassadeur. Ze zoekt de confrontatie: ‘een dergelijke suggestie ondermijnt haar gezag, professioneel handelen en reputatie’. Na een felle woordenwisseling erkent Wolff het niet te weten. Ik heb niet de indruk dat het hem spijt.

En zo wordt ook College Tour een uitzending met fire and fury. En na de opname wil Wolff geen enkel Nederlands medium meer te woord staan.

Note: een eerdere versie van dit blog citeerde Wolff als volgt: “Trump just wants to be a celebrity. He is using the presidency for that now. Afterwards, he will continue to be a celebrity. As “the former president” or in another way”. Dat waren niet zijn exacte woorden en is daarmee geen juist citaat.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Geachte heer Eurlings,

In Nederland kennen we wetten, regels en fatsoensnormen. Tot die laatste behoort dat je van iemand anders afblijft. Tenzij natuurlijk, in zekere situaties, met wederzijds goedvinden. Iemand meppen zal, een enkele uitzondering daargelaten, niet met toestemming gebeuren.

Geweld in de sport, in alle vormen, komt steeds vaker in de openbaarheid. Dat geweld überhaupt voorkomt is natuurlijk al te erg voor woorden. Maar alle berichten erover dwingen clubs er iets aan te doen. Samen met de toezichthoudende sportbonden. Dat is een belangrijke verantwoordelijkheid. Die clubs en bonden natuurlijk al lang hadden moeten nemen. Kennelijk is het zelfreinigend vermogen van de sport momenteel onvoldoende.

Het behoeft geen betoog dat sportbestuurders in hun hele doen en laten, en dus ook op dit punt, een voorbeeldfunctie hebben. Zij dienen van onbesproken gedrag en boven elke twijfel verheven te zijn. Een sportbestuurder die geweld heeft gebruikt, vorm of manier zijn onbelangrijk, kan nooit meer anderen op datzelfde gedrag aanspreken. Hij verliest de belangrijkste eigenschap voor z’n functie: geloofwaardigheid. En dan is het onmogelijk een effectief bestuurder te zijn.

Het lijkt me toch een heel eenvoudige redenering. Iedereen kan die zich indenken.

En dus begrijp ik het niet, dat krampachtig vasthouden aan uw zetel in de sportkoepel NOC*NSF en die in het IOC.

Wie bij uw benoeming tot lid van het IOC achter u hebben gestaan, zijn de Koning (!) en uw toenmalige werkgever, de KLM. De eerste heeft zich ervoor ingespannen, de tweede erin bewilligd. Hun vertrouwen heeft u beschaamd. Ook dat kan iedereen zich indenken.

Het interview in NRC Handelsblad van zaterdag 30 december j.l. (https://www.nrc.nl/nieuws/2017/12/29/ik-moet-va-banque-in-de-spiegel-kijken-a1586644) verandert daar niets aan. Toegegeven, in heb het met oprechte belangstelling gelezen. Iedereen heeft recht op wederhoor. Maar ik heb de stevige indruk dat het geen echt face-to-face interview is geweest. Die gebeeldhouwde zinnen, waar nog eens met een stofborstel overheen is gegaan. Over elk woord is nagedacht. Ook, of juist, door een batterij juristen en spindoctors. Zou Jack de Vries naast u hebben gezeten? Tenenkrommend, uw repliek. En alleen al daarom is het artikel, om met Hans Wiegel te spreken, van een macabere schoonheid.

Het blijft frappant met Limburgse bestuurders. Ze hebben wat weg van de Maas in die provincie. Voortdurend de neiging buiten de oevers te treden. En soms gebeurt dat ook.

Geloofwaardigheid en vertrouwen zijn beide binair. Die zijn er, of die zijn er niet. Je hebt er niet een beetje van.

Als ex-politicus weet u, dat als beide weg zijn, er maar één woord rest: “onaanvaardbaar”. En u weet ook welk gevolg dat moet hebben.

U bent de enige die over uw aftreden de finale beslissing moet nemen. Het zou u sieren af te treden. Hoewel, sieren? Daarvoor heeft u te lang gewacht. Die eventuele beslissing zal nu onder druk genomen worden. Mocht u aftreden, dan is mijn reactie: eindelijk. Want aftreden is geen kwestie van moed of wil, maar eenvoudigweg logisch.

Hoogachtend,

Ed Harms

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Inside the Beltway

 

SONY DSC

US Capitol, Washington, DC  © E

d Harms

 

So, the Affordable Care Act, or Obamacare, still exists. Thanks to one man and two women. At least, for now. Undoubtedly, The Better Care Reconciliation Act, or Trumpcare, will be discussed in the near future. 

 

All the articles that describe the events and drama in the early hours of Friday morning, give reconstructions and analysis on what happened in the Senate. In Washington, DC. Interesting, but not the core of why events unfolded as they did.

The main focus is John McCain, the senior Senator from Arizona, who left that entire chamber in uncertainty until the very last moment, the moment he cast his “no” vote, by doing so concentrating all the attention on him. Explaining his vote afterwards, he said that he “stated time and time again that one of the major failures of Obamacare was that it was rammed through Congress by Democrats on a strict party-line basis without a single Republican vote. (…) We should not make the mistakes of the past.” (“The Washington Post”, 2017/07/28). “I’m convinced that we can move forward but we have to have assurances that we will go through a normal [legislative] process” (“Politico”, 2017/07/28).  Of course, that’s one reason: “he values process, decorum, and Senate traditions to a degree that many observers find strange” (“The Atlantic”, 2017/07/28).

Yet, another, and more important reason can be read at an online Arizona newspaper that is part of the USA Today network: “Credit to McCain who listened to the people of Arizona and had the tenacity to demand better that that for which his Republican colleagues were willing to settle. According to a poll taken on Wednesday, just 6 percent of Arizona’s voters supported this bill.” http://www.azcentral.com/story/opinion/op-ed/laurieroberts/2017/07/28/mccain-sinks-skinny-repeal-way-represent-senator/519160001/

And that’s the more important issue, showing once again there an imaginary wall, or the Beltway as it regularly is referred to, between Washington DC and the rest of the country. Because “the primary force driving the events of Thursday night and Friday morning was the energy and (yes) persistence of all those people who swamped town hall meetings, who wrote, or called, or e-mailed various congresscritters to show them what real political pressure felt like.” (http://www.esquire.com/news-politics/politics/news/a56699/healthcare-protests-succeed/)

Despite all those people, just one man and two women had the courage to fully represent their constituents and withstand their party leadership. (Which excludes the President, who did nothing at all to “sell” the bill. The Art of the Deal in business is totally different from the Art of the Deal in politics – which he doesn’t understand).

So 49 other Republican Senators did not withstand. Stayed into the Beltway and felt comfortable within the (albeit very beautiful) walls of the North Wing of the US Congress’ building.

Which, for now, is comfortable. But as The Atlantic states: “Republican talkers have been warning that the failure of repeal would doom the party’s chances in 2018. That’s not quite right: Repeal would have been so unpopular that its success would actually have been the worst GOP outcome. But what is right is that the internal party dysfunction—and White House chaos—that produced the repeal failure is also leading to electoral defeat. It may well produce an electoral defeat of the epic scale of 2006 and 2010 for the party of the most disliked and distrusted first-term president of modern times.” https://www.theatlantic.com/amp/article/535275/

(To be fair: the title of this blog entry was stolen from the book Matt Frei, a former BBC correspondent, now working for Channel 4, wrote about his life and work when stationed in the US).

 

 

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

O, America

“O, America you’re calling,
I can hear you calling me:
You are calling me to be true to thee,
True to thee I will be.

O, America you’re weeping,
Let me heal your wounded heart.
I will keep you in my keeping,
Till there be a new start.

And I will answer you, and I will take your hand,
And lead you to the sun:
And I will stand by you do all that I can do,
And we will be as one.

O, America I hear you,
From your prairies to the sea,
From your mountains grand, and all through this land,
You are beautiful to me.

And O, America you’re calling,
I can hear you calling me:
You are calling me to be true to thee,
True to thee I will be.

And I will answer you, and I will take your hand,
And lead you to the sun:
And I will stand by you do all that I can do,
And we will be as one.

O, America you’re calling
I will ever answer thee.”

 

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

College Tour

Carl Bernstein on journalism, America, its politics and institutions, and the elections of 2016.

npo.nl/VPWON_1248333

(Yours truly on 6’19”)

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen