
Dus D66 en/of Kaag beïnvloedde de samenstelling van een VPRO-documentaire over de lijsttrekker. Sigrid Kaag: van Beiroet tot Binnenhof. Dat is in de eerste plaats te wijten aan die omroep zelf, die dat laat gebeuren. De zaak wordt nu onderzocht, in ieder geval door de NPO-ombudsman.
Ik weet niet of zij zelf dit tot haar opdracht rekent, maar het onderzoek verdient een veel bredere scope.
Waarom is dit gebeurd? Hoe heeft het kunnen gebeuren? Is het onderdeel van een systeem of van een cultuur? En waarom is die dan ontstaan? En wanneer? Waar? Bij wie? Hoe verhoudt de werkwijze zich tot de grens tussen gezonde achtergrondinformatie enerzijds en té verweven belangen anderzijds?
Van dat laatste heeft het momenteel wel alle schijn. Die VPRO-documentaire staat niet op zichzelf. Waarom is het een triomf als RTL dan wel NOS ‘als eerste de Miljoenennota in handen heeft’? Waarom liggen alle maatregelen van alle coronapersconferenties minimaal 24 uur tevoren op straat? Waarom lekt ‘Den Haag’ en waarom bericht de journalistiek daar onmiddellijk over? Journalist Theo Dersjant en ik hebben er eens over zitten nadenken: ‘wie is het lek?’ Vermoedelijk kom je daar pas achter als je onderdeel van die cultuur bent. Zie hier een schitterende catch-22.
Tijdens de onvolprezen Basiscursus Journalistiek aan de Fontys Hogeschool in Tilburg stuurde Dersjant ons op pad om een interview te maken over een onderwerp dat op dat moment, begin 2018, in de actualiteit was. Ik naar een landelijke organisatie in het oosten van het land, die op dat moment een openbaar CAO-conflict met de medewerkers had. Twee glasheldere afspraken vooraf. Eén: dit is een interview voor een cursus, dus het wordt nergens gepubliceerd (‘Ook omdat het allemaal nogal gevoelig ligt.’). Eens met die afspraak. Twee: je krijgt het uitgewerkte interview vooraf te lezen, staan er feitelijke onjuistheden in dan verneem ik die graag maar ik blijf, ook die incluis, eindverantwoordelijk voor de tekst. Staat er iets stoms in, dan bewijs ik in de eerste plaats de lezer een slechte dienst. Ook eens met die afspraak. (En moet het de volgende keer beter.)
Op de uitwerking van dat interview kwamen van de kant van die club nogal wat voorgestelde wijzigingen. Het zou een doodeenvoudig eenzijdig PR-verhaal zijn geworden. Ik heb voor alle zekerheid de (tevoren aangekondigde en toegestane) opname nog eens teruggeluisterd, maar zo was het echt niet gezegd. Dus heb ik gewoon de oorspronkelijke tekst ingeleverd. Voor alle eerlijkheid dat wel even netjes – met een beroep op de eindredactionele verantwoordelijkheid – meegedeeld.
Ik realiseer me: dit is één, op zichzelf staand, voorbeeld. Ook nog eens in de context van een cursus. Maar wat ik vooralsnog weiger te begrijpen is waarom ‘Den Haag’ niet ook zo te werk kan gaan. De politiek en de journalistiek hebben elkaar tóch nodig. Altijd. De een om haar boodschap over te brengen, de ander om te voorkomen dat die boodschap de zendtijd voor politieke partijen wordt. Dus waarom die intimiteit? Ik kijk uit naar het rapport van de NPO-ombudsman als ze objectief en aantoonbaar analyseert of die te grote belangenverwevenheid er is, en indien nodig laat zien hoe het tij ten goede te keren. In dienst van de lezer, kijker of luisteraar.